Terwijl ik mijn jas dichtknoop na de yogales probeer ik leraar Gert over te halen om in een of twee regels kernachtig uitleg te geven van zíjn yoga vorm, die tegenwoordig Critical Alignment Yoga heet.
Zoals gewoonlijk heb ik haast. Wat dat betreft is er niets veranderd in mijn leven sinds ik zo’n 5 dagen per week yoga beoefen en mediteer. Integendeel; yoga en meditatie kosten óok weer tijd.
Wel heb ik minder vaak zenuwknopen in maag en buikstreek, kan ik langer zonder stijve schouders achter de computer werken, slaap ik beter én heb ik geen aandrang meer de tweeling van de trap te duwen als ze ’s ochtends klagend over hun broodbeleg naar school vertrekken.
Leraar Gert werkt niet mee; hij glimlacht kalm en tergend pesterig op mijn haastige verzoek: ‘Nou’, zegt-ie, ‘als je éven hebt?’
Nee, ik heb níet even. Ik wil zo het concept voor het tweede boek aftikken en naar de uitgever mailen, en daarna naar de Bouwmarkt met schrijver-collega Bink om hout te halen voor een nieuwe jongenskamer thuis.
Ik zie in dat een flits-interview met Gert niet zal lukken. Het woord ‘snel’ past natuurlijk niet bij de uitleg van een yogavorm die in dertig jaar tijd is uitgegroeid en ontwikkeld tot een geheel eigen filosofie en benadering van yogabeoefening.
Op de fiets mijmer ik wat over die ‘eigen’ yogavorm. Ik zit inmiddels in het tweede jaar van de lerarenopleiding en merk dat hoe meer je er mee bezig bent, hoe minder je eigenlijk weet.
Yoga wordt een persoonlijk onderzoek want je komt jezelf steeds weer tegen. En de manier waaróp je dat onderzoekt geeft je weer inspiratie voor die ‘eigen stijl’.
De yoga van Gert van Leeuwen bijvoorbeeld heette voorheen Bharata-yoga, omdat hij veel van de lestechnieken leerde van zijn Indiase Bharata Natyam dansleraar. Maar nu is het inmiddels dus Critical Alignment-yoga geworden: kortweg, yoga vanuit een open onderzoekende houding, gericht op de alignment van de rug.
Die persoonlijke yogavorm is dus de optelsom van de persoonlijkheid van de leraar en zijn eigen yoga-achtergrond.
Tja. En hoe zit dat dan eigenlijk met míjn persoonlijke yoga vorm tot nog toe? Heb ik die al? Eerlijk gezegd vind ik mezelf na tien jaar yogalessen, en inmiddels bijna twee jaar lerarenopleiding, nog steeds te stijf, én te druk…
Laatst stond ik op een gezellig drukke kerstkunstmarkt m’n boek In Yogaland te promoten. Het boek gaat over míjn zoektocht naar geschikte yoga en meditatie: over een werkende moeder die géen jaartje van huis weg kan om te eten, te bidden en te beminnen, maar innerlijk probeert te groeien júist in de chaotische stad. Geen yoga expert, maar een vaak doodmoeie ervaringsdeskundige.
Ik kreeg bij de kerstkunstmarkt veel geïnteresseerden voor m’n tafel, maar zat qua verkoop op gemiddeld éen exemplaar per uur. Dat was wat teleurstellend.
Ik haalde maar een bekertje Glühwein bij het barretje verderop. Toen ik terug kwam stond er een man te wachten. Hij staarde me indringend en te lang aan zonder met zijn ogen te knipperen.
‘Eh, kan ik iets voor u doen?’, vroeg ik.
Hij pakte een van de boeken van de stapel en hield hem voor mijn gezicht, alsof hij míj een boek wilde verkopen.
‘U weet dus álles van yoga?’
Ik voelde nattigheid.
‘Eh, nou ja, niet alles. Het is en blijft natuurlijk een zoektocht. Wilde u iets speciaals weten?’
Nu schudde hij het boek, zoals je een koektrommel schudt als je je kinderen wilt laten horen dat het écht leeg is.
‘Heeft u ook iets geschreven over Super-yoga?’
‘Nee, daar heb ik nog nooit van gehoord.’
Een paar omstanders luisterden mee en begonnen te gniffelen.
‘Daar doe ík aan. En dat is de enige, échte, yoga.’
Ik staarde terug.
‘Goh, interessant…’
‘Ja, dat is het zeker! Bij super-yoga hou je je adem een uur per dag in. Of langer als je kan. En dan wordt je onkwetsbaar voor ziektes, en ongevoelig voor pijn.’
Hij gaf me even om dit wereldschokkende nieuws te laten bezinken.
‘Gaat u dat éerst maar eens proberen voor u weer een boek over yoga schrijft.’
Hij legde mijn boek neer en liep door. De omstanders lachten.
Ik had in elk geval publiek, en verkocht het uur erna nog vier boeken.
Als Bink, mijn collega scenario schrijver en ik, de Bouwmarkt binnen lopen, vertel ik hem het verhaal van superyogaman, en dat ik binnenkort míjn eigen-stijl-yoga wil gaan oefenen op de drukbezette collega’s van het tv productiekantoor.
Lekker kórte lesjes; een early bird, s’ochtends voor het werk, en een unwind aan het einde van de dag.
Bink is enthousiast.
‘Jij gaat stress yoga geven. Noem het; ‘ff-yoga, met Marciel.’
Wat een goed idee! Bij de kassa reken ik ongeduldig de houten balkjes af, want ik wil snél naar huis, om de domeinnaam ‘ffyoga.nl’ te claimen.
Dát zal Gert leren met zijn: ‘Als je éven hebt…’
‘Nou, heel ‘ff yoga’ dan.’